Coretraining uitgelegd – wat de kernspieren echt doen en hoe je ze traint
Wat is de core eigenlijk?
De core bestaat uit meer dan alleen de buikspieren. Het is een groep spieren rondom je romp die samenwerkt om je wervelkolom te beschermen en bewegingen te ondersteunen.
De core bestaat onder andere uit:
– het middenrif
– de dwarse buikspier
– de schuine buikspieren
– de diepe rugspieren
– de bekkenbodem
– de spieren rondom het bekken
Samen vormen ze een soort cilinder die elke beweging stabiliseert. Het doel van de core is niet om hard te trekken, maar om subtiel te ondersteunen.
Diepe en oppervlakkige buikspieren – wie doet wat?
Diepe spieren
De diepe buikspieren zijn verantwoordelijk voor stabiliteit. Ze activeren licht, bijna onmerkbaar. De belangrijkste diepe buikspier is de dwarse buikspier. Deze ligt diep onder de schuine en rechte buikspieren en heeft een belangrijke stabiliserende functie.
Oppervlakkige spieren
De oppervlakkige buikspieren zorgen voor grote bewegingen zoals buigen, draaien of kracht leveren. De rechte buikspier en de schuine buikspieren spelen hierbij een grote rol.
Coretraining draait vooral om de diepe spieren. Wanneer deze goed werken, hoeven de oppervlakkige spieren niet continu spanning vast te houden.

Waarom een sterke core beweging efficiënter maakt
Een goed functionerende core verdeelt spanning gelijkmatig over het lichaam. Daardoor kan je lichaam kracht opbouwen zonder dat een specifiek gebied te veel doet.
Een sterke core:
– verbetert houding
– vermindert spanning in de onderrug
– geeft stabiliteit tijdens sport
– maakt dagelijkse bewegingen lichter
– vermindert compensaties in heupen en schouders
Het gaat niet om hoe sterk de core is, maar om hoe goed de spieren samenwerken.
De rol van het middenrif in coretraining
Het middenrif is de belangrijkste ademhalingsspier en speelt een grote rol in stabiliteit. Tijdens rustige buikademhaling beweegt het middenrif omlaag. Hierdoor ontstaat druk in de buikholte. Samen met de diepe buikspieren en de bekkenbodem vormt dit een stabiele basis voor bewegen.
Wanneer de ademhaling hoog en snel wordt, verliest de core haar stabiliteit. De nek- en schouderspieren nemen het werk over. Dit geeft spanning en vermoeidheid.
Daarom begint coretraining altijd met ademhaling.
Hoe stress en houding de core beïnvloeden
Wanneer je gespannen bent, verandert je ademhaling. De buik wordt vastgezet en de ademhaling wordt hoger. De diepe buikspieren worden minder actief. Het gevolg is dat de onderrug sneller overbelast raakt.
Ook een ingezakte of juist te holle houding maakt het moeilijk om de core goed te gebruiken. De spieren kunnen niet optimaal samenwerken. In dat geval gaat het lichaam compenseren met grotere spiergroepen, wat leidt tot vermoeidheid en pijn.
Hoe fysiotherapie de core beoordeelt
Een fysiotherapeut kijkt niet alleen naar kracht. Er wordt gekeken naar:
– hoe je ademt
– hoe je romp reageert op beweging
– hoe de diepe spieren activeren
– hoe de ribben bewegen
– hoe je bekken en heupen meebewegen
– hoe je houding eruitziet tijdens belasting
Hierdoor ontstaat een duidelijk beeld van welke onderdelen van de core aandacht nodig hebben.
Veelvoorkomende coreproblemen
Onderactieve diepe buikspieren
De oppervlakkige spieren moeten meer werken dan nodig.
Te gespannen buik en borst
Het middenrif kan niet vrij bewegen. De core verliest stabiliteit.
Compensatie in onderrug
De rugspieren nemen stabiliteit over en raken overbelast.
Instabiel bekken
De bilspieren en bekkenbodem zijn niet goed afgestemd.
Beperkte ribbeweging
De ademhaling blijft hoog en de core activeert niet goed.
Hoe fysiotherapie coretraining opbouwt
Coretraining begint rustig. De focus ligt op controle in plaats van kracht. Wanneer de diepe spieren hun taak weer oppakken, volgt een rustig proces van zwaarder belasten.
Fysiotherapie gebruikt onder andere:
– ademhalingsoefeningen voor het middenrif
– lichte activaties van de dwarse buikspier
– oefeningen voor de bekkenbodem
– bovenrugmobiliteit
– balansoefeningen met lichte instabiliteit
– bewegingen waarbij je controle houdt terwijl je arm of been beweegt
Wanneer deze onderdelen samenkomen, ontstaat een stabiele en vrije romp.
Voorbeelden van effectieve core-oefeningen
Buikademhaling met lichte activatie
Lig op je rug. Adem rustig richting de buik. Span tijdens uitademing je diepe buikspieren licht aan.
Dead bug
Een rustige oefening waarbij armen en benen bewegen terwijl de romp stabiel blijft.
Bekkenkanteling in zit of ruglig
Kleine bewegingen om bekken en lage rug te mobiliseren en de diepe spieren te activeren.
Brughouding met ademhaling
Activeert de billen en traint de core zonder spanning in de rug.
Vierpuntshouding met arm- en beenbeweging
Train stabiliteit met gecontroleerde beweging.
Coretraining tijdens dagelijkse beweging
Coretraining gebeurt niet alleen tijdens oefeningen. Je gebruikt je core de hele dag.
– Bij wandelen
– Bij traplopen
– Bij tillen
– Bij fietsen
– Bij werken achter een bureau
– Bij opstaan uit een stoel
Wanneer de core goed werkt, voel je dat deze bewegingen lichter en soepeler gaan. Je hoeft geen kracht te leveren. De ondersteuning komt vanzelf.

Waarom coretraining niet zwaar of intens hoeft te zijn
Veel mensen denken dat coretraining zwaar moet zijn om effectief te zijn. Dat is niet nodig. De diepe spieren reageren juist beter op rustige, gecontroleerde oefeningen.
Te zware training activeert vooral de oppervlakkige spieren. Hierdoor wordt de balans tussen mobiliteit en stabiliteit verstoord. Rustige training geeft vaak sneller resultaat.
Hoe je merkt dat je core sterker wordt
Je merkt verbetering wanneer:
– je rug minder snel moe wordt
– je meer controle hebt tijdens beweging
– je houding minder inzakt
– je rustiger kunt ademen tijdens inspanning
– je oefeningen makkelijker kunt uitvoeren
– je minder spanning voelt in nek en schouders
Dit zijn duidelijke signalen dat de core weer doet wat deze moet doen.
Conclusie
Coretraining gaat niet om een sterke buik of intensieve oefeningen. Het gaat om de samenwerking tussen diepe spieren, ademhaling en houding. Wanneer deze onderdelen goed op elkaar zijn afgestemd, beweegt je lichaam efficiënter, voelt je rug lichter en krijg je meer controle over je bewegingen.
Fysiotherapie helpt om de core op een rustige en gecontroleerde manier te trainen. Door aandacht te geven aan ademhaling, stabiliteit en mobiliteit ontstaat een stabiele basis voor dagelijks bewegen en sport. Een sterke core voelt niet zwaar of gespannen, maar licht, soepel en betrouwbaar.
❓ FAQ – Coretraining
De core is een groep spieren rondom de romp die samenwerken om de wervelkolom te ondersteunen tijdens beweging.
Nee. Coretraining richt zich vooral op de diepe stabiliserende spieren en niet alleen op de rechte buikspieren.
Rustige buikademhaling activeert het middenrif en helpt de diepe buikspieren om hun stabiliserende functie goed uit te voeren.
Ja. Een goed functionerende core vermindert spanning in de rug en verbetert houding en stabiliteit.
Korte, rustige oefeningen enkele keren per week geven vaak al een groot effect.

Wil je een persoonlijk herstelplan voor jouw blessure?
Ons team van fysiotherapeuten helpt je om de juiste balans in belasting te vinden, zodat je blessure snel, veilig en duurzaam herstelt.
