Ademhaling en stabiliteit – hoe ademhaling invloed heeft op rompcontrole
Wat is rompstabiliteit?
Rompstabiliteit betekent dat de spieren rondom je romp samenwerken om de wervelkolom te ondersteunen tijdens beweging. Het zijn vooral de diepe spieren die zorgen voor stabiliteit. Deze spieren houden de wervelkolom in een veilige en gecontroleerde positie terwijl je beweegt, tilt, draait of loopt.
De diepe spieren werken op lage spanning. Ze hoeven niet hard te trekken om stabiliteit te geven. Ze geven juist subtiele ondersteuning die bijna onmerkbaar is. Toch zijn ze essentieel voor goede beweging. Wanneer ze te weinig doen, neemt het lichaam spanning over op andere plekken, zoals in de onderrug of nek.
De rol van het middenrif in stabiliteit
Het middenrif is de belangrijkste ademhalingsspier. Het beweegt op en neer bij elke ademhaling. Wat veel mensen niet weten, is dat het middenrif ook een stabiliserende functie heeft.
Wanneer je rustig in je buik ademt, daalt het middenrif omlaag en creëert het ruimte in de buikholte. Hierdoor ontstaat een lichte druk naar beneden en naar de zijkanten. In combinatie met de diepe buikspieren, bekkenbodem en kleine rugspieren creëert dit een stabiele cilinder rondom de wervelkolom.
Deze samenwerking noemen we de “drukregulatie” van de romp. Het zorgt dat de rug wordt beschermd zonder spanning in de oppervlakkige spieren.
Hoe ademhaling spanning beïnvloedt
Wanneer ademhaling hoog of snel wordt, verandert de spanning in het lichaam. De schouders trekken iets omhoog. De nekspieren worden actiever. De borstspieren worden korter. Hierdoor ontstaat een patroon dat vaak leidt tot vermoeidheid en stijfheid rond nek en bovenrug.
Een hoge ademhaling is niet altijd bewust. Het gebeurt automatisch bij stress, pijn, drukte of inspanning. Dit leidt tot:
– meer spierspanning
– minder rompcontrole
– sneller vermoeidheid
– minder efficiënt bewegen
Een rustige en lage ademhaling geeft het lichaam juist signalen van ontspanning. Dit geeft meer stabiliteit en minder spanning.
Waarom ademhaling invloed heeft op houding
Ademhaling en houding beïnvloeden elkaar voortdurend. Een ingezakte houding maakt het moeilijk om diep in te ademen. Hierdoor wordt de ademhaling sneller en hoger. Dit verhoogt de spanning in de nek en borst.
Andersom zorgt een te hoge ademhaling ervoor dat de romp een stijve houding aanneemt. De ribben bewegen minder mee. De buik wordt strak gehouden. Dit geeft vaak het gevoel van een ‘strakke band’ rondom de romp.
Wanneer houding en ademhaling in balans zijn, ontstaat er een natuurlijke stabiliteit.

Ademhaling tijdens dagelijkse beweging
Ademhaling speelt een belangrijke rol bij eenvoudige dagelijkse bewegingen.
– Bij traplopen
– Bij tillen
– Bij wandelen
– Bij bukken
– Bij sporten
Wanneer je de ademhaling vasthoudt, stijgt de spanning in de romp. Dit kan tijdelijk stabiliteit geven, maar op langere termijn kost het veel energie.
Een rustige ademhaling tijdens bewegen zorgt ervoor dat de diepe stabilisatiespieren hun werk blijven doen. Dit maakt beweging lichter en gecontroleerder.
Hoe fysiotherapie ademhaling en stabiliteit beoordeelt
Een fysiotherapeut kijkt niet alleen naar hoe je ademt, maar ook naar hoe je romp beweegt tijdens ademhaling.
– Bewegen je ribben naar voren, naar achteren of naar de zijkanten?
– Hoeveel spanning voel je in je schouders en borst?
– Kun je rustig inademen zonder dat je rug hol trekt?
– Zijn de diepe buikspieren actief tijdens ademen?
– Kun je doorademen tijdens bewegen of sport?
Deze observaties helpen om te zien waar de spanning vandaan komt en welke patronen verbetering nodig hebben.
Veelvoorkomende ademhalingspatronen
Hoge borstademhaling
De ademhaling zit voornamelijk hoog in de borst.
De schouders bewegen mee.
De nek voelt gespannen.
Strakke buikademhaling
Mensen houden vaak onbewust de buik vast.
Het middenrif beweegt weinig.
Er ontstaat spanning rond de lage rug.
Snelle ademhaling
Komt vaak voor bij stress of pijn.
De borst beweegt veel.
De romp blijft weinig stabiel.
Vasthouden van de adem
Vaak bij tillen, rekken of inspanning.
Dit verhoogt kort de druk in de buik
maar vraagt veel van oppervlakkige spieren.

Hoe fysiotherapie de samenwerking herstelt
Fysiotherapie richt zich op drie onderdelen:
– ademhaling
– rompstabiliteit
– coördinatie
Door rustige oefening leert het lichaam opnieuw hoe het middenrif, diepe buikspieren en rugspieren samenwerken.
Voorbeelden van aanpak:
– buikademhaling met lichte aanspanning van de diepe buikspieren
– mobiliseren van de ribben en bovenrug
– oefenen van ademhaling tijdens bewegen
– coördinatieoefeningen voor rompcontrole
– rustige activatie van bekkenbodem en stabiliserende spieren
Wanneer deze samenwerking terugkomt, verbetert de stabiliteit vanzelf.
Oefeningen die ademhaling en stabiliteit verbeteren
Buikademhaling in ruglig
Adem langzaam richting de buik.
Voel dat de ribben breed worden.
Span de diepe buikspieren licht aan tijdens uitademing.
Ribbeweging in zijlig
Adem in en voel dat de bovenste ribben rustig opzij bewegen.
Dit vermindert spanning in de borst.
Bekkenbodem en ademhaling
Tijdens inademen ontspant de bekkenbodem.
Tijdens uitademen trekt deze licht aan.
Dit versterkt de natuurlijke drukregulatie.
Rompcontrole tijdens bewegen
Wandelen, reiken of lichte oefeningen terwijl je rustig blijft ademen.
Deze oefeningen zijn rustig maar zeer effectief.
Waarom ademhaling een basis is voor elke training
Zonder goede ademhaling blijft het lichaam hoog in spanning. Hierdoor doen oppervlakkige spieren meer werk dan nodig.
Goede ademhaling zorgt voor:
– meer ontspannen beweging
– betere rompcontrole
– betere doorbloeding
– betere houding
– minder spanning in rug en nek
Daarom vormt ademhaling een belangrijk onderdeel van training in fysiotherapie.
Conclusie
Ademhaling is niet alleen een manier om zuurstof binnen te krijgen. Het is een belangrijk onderdeel van stabiliteit, houding en efficiënt bewegen. Wanneer ademhaling en rompstabiliteit goed samenwerken, beweeg je lichter en met meer controle.
Fysiotherapie helpt om deze samenwerking te herstellen door aandacht te geven aan mobiliteit, diepe rompspieren, ademhalingstechnieken en bewust bewegen. Een rustige ademhaling betekent een stabielere romp en een lichaam dat minder snel spanning vasthoudt.
❓ FAQ – Ademhaling en stabiliteit
Het middenrif werkt samen met diepe buikspieren en rugspieren om de wervelkolom te ondersteunen.
Een hoge ademhaling activeert nek- en schouderspieren, waardoor deze sneller vermoeid raken.
Ja. Door oefeningen die het middenrif activeren en de ribben mobiliseren verbetert ademhaling en stabiliteit.
Dat kan. Het lichaam moet wennen aan een nieuwe manier van bewegen.
Ja. Rustige ademhaling verbetert stabiliteit en vermindert overbelasting van de rugspieren.

Wil je een persoonlijk herstelplan voor jouw blessure?
Ons team van fysiotherapeuten helpt je om de juiste balans in belasting te vinden, zodat je blessure snel, veilig en duurzaam herstelt.
