De onderrug is het laatste beweegbare stukje van de wervelkolom. Aan de lumbale wervelkolom zit het staartbeen vast. De wervels van de lage rug hebben de grootste wervellichamen van de wervels van het lichaam.
Om schokken te kunnen opvangen zitten er tussen de wervels, tussenwervelschijven dit zijn kleine kussentjes. Wanneer er druk op de wervelkolom komt te staan dan worden deze samen gedrukt en wanneer er weinig druk op staat absorberen ze water.
Daarnaast zitten er tussen de wervels facetgewrichten deze werken als scharnieren. Samen met de tussenwervelschijf zorgen de facetgewrichten voor optimale beweging van de wervelkolom. De zenuwen lopen via de wervelkolom naar buiten het lichaam in. De rug heeft ongeveer zeven lagen spieren. Aan de achterzijde lopen lange rug strekkende spieren, ook zitten er kleine spieren die zorgen voor de stabiliteit van de wervelkolom. Een goed functioneren van de lage rug is alleen mogelijk als de bovenstaande structuren optimaal met elkaar samenwerken.